De Tibetaanse Terrier heeft een dubbele vacht. De ondervacht is wollig en de bovenvacht is fijn, maar niet zacht of wollig, eerder iets hard. Een pup heeft nog niet zoveel ondervacht en een iets zachtere bovenvacht. Een periodieke verharing kent de Tibetaanse Terrier niet. Ook verharen zij praktisch niet, u zult hier en daar eens een dotje vinden.
Borstelen en kammen
De vacht van de Tibetaan vergt een goede, juiste en consequente verzorging. Het regelmatig borstelen is hiervoor een vereiste. Doet u dit niet, dan is een regelmatig bezoek aan een trimsalon, waar de tondeuse in de ergste gevallen nog de enige oplossing.
We beginnen met borstelen, zodra de pup enkele dagen in huis is. De eerste weken werken we met een zachte harenborstel, zodat uw puppy aan het borstelen kan wennen. Beloon de pup na zijn borstelbeurt, zodat de behandeling met plezier wordt ervaren. Borstel uw pup het liefst op een tafel, gebruik hierbij een antislipmatje om het wegglijden te voorkomen. Het gebruik van een tafel spaart ook zeker uw rug. Tevens heeft u een goed overzicht en als u later wilt gaan showen, dan is de hond al gewend om op een tafel te staan. Begin altijd onderaan de vacht met borstelen. Pak de bovenlaag op en pak er dan vervolgens steeds een laag bij. Dit om te voorkomen, dat u over de klitten heen borstelt. Controleer tijdens het borstelen tevens uw hond op vlooien, teken, oorontsteking, te lange nagels etc. Op dit onderwerp komen we later nog terug. Naarmate uw puppy ouder wordt, dient u andere borstels en kammen te gebruiken.
Hieronder een overzicht van de borstels en kammen die geschikt zijn om uw Tibetaan op de juiste wijze te behandelen:
- een harenborstel, deze borstelt het vuil en stof goed uit de vacht
- een pennenborstel, deze borstelt het haar lekker los.
- een zachte slickerbrush, borstelt de klitten er makkelijk uit.
- een grove houten kam (lange stalen pinnen), deze komt goed tot de huid, controleert of alle klitten
eruit zijn en of de ondervacht niet vervilt aan de huid zit.
- een dubbele tandenkam, deze verwijdert de overtollige wol en kamt de kleine loszittende klitten eruit.
- een viltkam, deze gebruikt u om extreme klitten door te snijden. Ook kunt u eventueel een schaar gebruiken. Knip een klit nooit in de breedte af, dit veroorzaakt gaten in de vacht. Klitten altijd in de lengte doorsnijden (dit door met de punt van uw schaar van de huid af door de klit naar beneden te glijden).
Altijd eerst borstelen en dan pas kammen. Wees zuinig op de vacht, zorg ervoor, dat u het haar niet onnodig afbreekt. Uw hond is klitvrij, als u iedere willekeurige scheiding vast ziet zitten. Bekende plekken waar vaak klitvorming optreedt, zijn de oksels, liezen en achter de oren. Vergeet u niet deze plekken regelmatig te controleren! De tijdsduur van de borstelbeurt u zelf.
Hoe vaker u borstelt, hoe minder tijd het kost de vacht klitvrij en schoon te houden. Als indicatie kan ik u geven: elke dag 10 minuten, om de dag 15 – 20 minuten, 2 x per week een half uur. Hoe minder vaak u borstelt, hoe meer tijd het kost. Tevens wordt de kans, dat u de vacht beschadigd groter.
Wassen
U mag de Tibetaanse Terrier gerust wassen. Gebruik hiervoor altijd een hondenshampoo, deze bevat de juiste PH-waarde. Uw eigen shampoo heeft een andere PH-waarde en is hierdoor schadelijk voor de vacht.
Wanneer u uw viervoeter een wasbeurt geeft, volgens hier enkele tips in de correcte volgorde:
1. Eerst het haar los borstelen.
2. Doe wat watten in de oren, zodat er geen water in kan lopen.
3. Leg in het bad of de douche een antislipmatje om het wegglijden te voorkomen.
4. Maak de vacht met lauw water goed nat, ook de onderlaag. De shampoo inkneden niet wrijven, dit veroorzaakt klitten. Altijd goed uitspoelen tot het spoelwater helder is. Zeepresten geven jeuk.
5. Hierna kunt u eventueel een hondencremespoeling gebruiken. Altijd even in laten werken, zodat de crème werk kan doen. Ook nu goed uitspoelen.
6. Nu het overtollige water uit de vacht knijpen. Dan met de handdoek deppen, niet wrijven i.v.m. klitvorming.
7. Het drogen mag met de föhn gebeuren. Borstel de vacht eerst door, zet de föhn niet te heet. De föhn goed blijven bewegen. Pas op, dat u de vacht niet verbrandt! Tijdens het föhnen kunt u de vacht in model borstelen. De scheiding op de rug kunt u trekken door eerst de ruggengraat op te zoeken en dan met de punt van de kam hierover een lijn te trekken.
Hoe vaak wassen? Zo vaak als nodig is, maar niet te vaak. Bij overmatig wassen haalt u de talglaag uit de vacht, waardoor deze door en dor wordt. Na een bos- of strandwandeling kunt u, zodra de vacht droog is, het vuil er uit borstelen met een harenborstel. Zelf was ik de Tibetanen een keer in de 4 tot 6 weken.
De oren
In de gehoorgang groeien haren. Deze haren dienen verwijderd te worden. Haren in het oor kunnen op den duur de gehoorgang afsluiten. Dit komt omdat het oorsmeer door de haren niet weg kan, waardoor er een ontsteking kan ontstaan. De haren kunt u tussen duim en wijsvinger nemen en eruit trekken. Lukt dit niet, dan kunt u de haren ook verwijderen met een epileertangetje of arterieklem.
Oorsmeer kunt u het best verwijderen met een wattenschijfje met wat babyolie erop, of met een speciaal hiervoor bestemde oorreiniger. Kijk altijd uit met wattenstaafjes, u kunt hiermee het oorsmeer ook dieper in het oor drukken. Ga niet aan de oren zitten rommelen als deze er schoon en goed uitzien.
Uw hond kan ook last van oormijt krijgen. Dit herkent u door een bruinzwarte, korrelachtige afscheiding, die een onaangename geur verspreid. Indien u uw hond verdenkt op oormijt moet u altijd naar de dierenarts. Een verwaarloosde oormijt kan ernstige gevolgen hebben, zelfs leiden tot doofheid!
Met een vurige huid aan de binnenkant van het oor of exceem-achtige huidaandoening moet u altijd naar de dierenarts.
De ogen
In de hoekjes van de ogen kunnen altijd wat klontjes van opgedroogd traanvocht gaan verkleven. Dit kunt u schoonmaken met een oogcleaner of gekookt water. Wrijf met een wattenschijfje met de oogcleaner of gekookt water erop altijd naar de neuspunt toe. Dus van buiten naar binnen. U kunt de klontjes ook gemakkelijk verwijderen met een klein vlooienkammetje. Kam ook hier naar de neuspunt toe.
Bij ontstoken ogen, met geel en/of groene afscheiding altijd een dierenarts inschakelen.
De voeten en nagels
Tibetanen bezitten grote, flink behaarde voeten. Tussen de voetzolen groeit veel haar. U dient dit haar regelmatig te verwijderen. Hierdoor voorkomt u klitvorming en zal de hond minder snel uitglijden op een gladde ondergrond. Tevens scheelt het in vuil wat uw hond van buiten meeneemt. Het haar tussen de voetzolen kunt u het beste met een nagelschaartje verwijderen.
De nagels kunnen wel eens te ver doorgroeien en dienen dan ook geknipt te worden. De nagels van uw hond zijn op een goede lengte, wanneer de hond staat en u tussen de grond en de voet een briefkaart onderdoor kan schuiven. Nagels aan de voorvoet zijn meestal langer dan aan de achtervoet, dit omdat ze met hun achterhand afzetten en stuwen. Vergeet vooral het vijfde teentje aan de voorvoet niet te controleren! Er zijn uitstekende tangetjes in de handel om de nagels te kunnen knippen. Bij witte nagels mag u nooit in het roze gedeelte knippen, in dit gedeelte loopt het leven. Bij zwarte nagels mag u alleen het schuine puntje eraf knippen.
De geslachtsdelen
Aan de penis van de reu kunt u de lange haren er gerust afknippen voor de hygiëne. Doe dit niet te kort, daarmee voorkomt u irritatie. Sommige reuen willen nog wel eens een voorhuidontsteking hebben. Dit herkent u aan een gelige afscheiding aan de penis. Hiervoor kunt u een cleaner bij de dierenarts halen.
De lange haren aan de vulva van de teef kunt u gerust afknippen. Als een teef een vieze afscheiding heeft is het ook altijd raadzaam om uw dierenarts te waarschuwen dit kan duiden om een baarmoederontsteking.
De anaalklieren
De anaalklieren zijn zakjes, die zich naast de anus bevinden. Deze zakjes kunnen verstopt raken. U herkent dit door het zogenaamde sleetje rijden en/of bijten in de omgeving van de staart. Deze anaalzakjes moeten dan leeggedrukt worden om een ontsteking te voorkomen. Dit kunt u bij de dierenarts of bij uw trimmer u voor laten doen.
Het gebit
De tanden en kiezen van uw hond moeten regelmatig gecontroleerd worden. Dit kunt u zelf doen. Het is van groot belang dat u erop na ziet dat uw puppy bij het wisselen alle melktanden verliest. Mocht dit niet het geval zijn en ze er met 9 maanden nog staan, dit meestal dubbel met het nieuwe gebit, waarschuw dan uw dierenarts, deze zal de melktanden onder een licht roesje verwijderen, zodat deze melktanden niet het nieuwe gebit verdringen.
Op oudere leeftijd kan het wel gebeuren, dat er plak op de tanden en kiezen ontstaat. Dit moet u verwijderen. Hiervoor zijn haviksnavels in de handel. Bij het hanteren hiervan is voorzichtigheid geboden. U kunt de plak voorkomen om het gebit van uw hond regelmatig te poetsen. Doet u niets aan de plak, dan kunnen er lelijke ontstekingen ontstaan, die zeer pijnlijk zijn voor de hond. Natuurlijk kunt u het gebit ook laten reinigen bij de dierenarts.
De parasieten
De meest bekende parasieten zijn de vlooien. Controleer uw hond regelmatig op vlooien. Vaak ziet u zwarte kleine korreltjes in de vacht zitten, dit zijn vlooienpoepjes dat inhoudt dat u hond vlooien heeft. Om de vlooien te verwijderen en uw hond ertegen te beschermen zijn er goede producten verkrijgbaar bij de balie van uw dierenarts. Vergeet niet bij besmetting om ook uw huis, de mand en de auto te behandelen. Op deze plekken bevinden zich de eitjes. Met vlooien geldt beter voorkomen dan genezen, daar sommige honden last kunnen hebben van een vlooienallergie, waardoor ze zich door een vlooienbeet al aardig kunnen toetakelen.
Een andere vervelende parasiet is de teek. Deze parasiet krijgt de hond meestal door het lopen onder de struiken, de teek laat zich dan op de hond vallen en zuigt zich vast in de huid. De teek moet verwijderd worden. Hiervoor zijn bij de dierenspeciaalzaak er speciale tekentangetjes verkrijgbaar. U moet het tekentangetje voorzichtig om de teek klemmen en tegen de klok in eruit draaien. Niet trekken, want dan blijft de kop zitten en deze veroorzaakt een lelijke ontsteking!
Inwendige parasieten zijn lint en spoelwormen. Om problemen met deze parasieten te voorkomen moet u uw hond minstens 4 x per jaar ontwormen. Mocht uw hond toch onverhoopt last van wormen krijgen. Dit ziet u aan de ontlasting van uw hond daar zitten kleine rijstkorrels in, soms bevinden deze rijstkorrels zich ook in de omgeving van de anus. Raadpleeg bij deze besmetting uw dierenarts voor een goed ontwormingsschema.
Entingen
Met 6 weken krijgt uw pupje de pupenting en met 9 weken moet hij zijn de tweede enting hebben. Tussen de 12 en 14 weken krijgen ze de cocktailenting. De cocktailenting houdt in dat zij worden geënt tegen: Hondenziekte, Hepatitis, Ziekte van Weil, Parvo en Corona. Uw hond moet hierna jaarlijks geënt worden. Voor Hondsdolheid en Kennelhoest heeft de hond nog een extra enting nodig. In deze keuze bent u vrij. Houdt u er wel rekening mee, dat als u met vakantie gaat, het dierenpensioen en internationale grenzen een hondsdolheid enting eisen. Deze enting moet dan minimaal 30 dagen voor uw vertrek gegeven zijn.